Direct naar inhoud

Venster 6 | 1555-1648

Reformatie en opstand

In de 16e eeuw zijn er twee grote gebeurtenissen die de geschiedenis van Nederland en van het Christendom bepalen. De eerste is de overheersing van Spanje, vanaf 1555, met de strenge koning Filips II. De tweede is de Reformatie: de kerksplitsing waarbij protestanten zich los maakten van de Rooms-Katholieke Kerk. Een belangrijk detail hierin is dat de Spanjaarden katholiek zijn, en een toenemend aantal Nederlanders zich protestants noemt. Tegen deze hervormde christenen wordt hard opgetreden, dat wordt de Spaanse inquisitie genoemd.

Terug naar IJsselstein. Willem van Oranje laat – na het overlijden van Anna van Egmond – het (huidige ‘oude’) Stadhuis op De Plaats bouwen en schenkt het in 1560 aan de bevolking van IJsselstein.

Men heeft ondertussen genoeg van de Spaanse overheersing en de macht van de katholieke kerk. Mede door de hervormingsideeën van Maarten Luther en Johannes Calvijn volgt in 1566 de ‘beeldenstorm’. De kerken en hun interieur worden vernield. In 1577 is ook hier een beeldenstorm en wordt IJsselstein hervormd. De katholieke gemeenschap gaat ‘ondergronds’ in schuilkerken.

1566 is ook het jaar waarin edelen in Nederland zich beginnen te verenigen tegen de Spaanse overheersing. Met het uitroepen van De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, in 1581, verklaren de Nederlanders zich los van Spanje. De 80-jarige oorlog eindigt uiteindelijk pas in 1648.  

Verder met de Canon?

Lees het volgende verhaal