Venster 9 | 1795-1911
Naar de moderne tijd

Vanaf 1795 is IJsselstein een gewone gemeente zonder speciale status. De rijke bovenlaag verlaat de stad en het wordt een anonieme provincieplaats.
Vanaf 1848 veranderen er een aantal zaken. Er komt een nieuwe Nederlandse grondwet. De aard van de samenleving verandert: de moderne tijd, die wij ook herkennen, is aangebroken. In IJsselstein komt er een gekozen gemeenteraad.
Wat er in IJsselstein nog meer verandert: de stadsmuren en de poortgebouwen verdwijnen. De Hollandse IJssel – dan nog een getijderivier – wordt gekanaliseerd. Er komt industrie langs de rivier. En men start de bouw van een nieuwe grote katholieke kerk, de Sint Nicolaasbasiliek. In deze kerk staat ook het Mariabeeldje Onze Lieve Vrouwe van Eiteren, dat volgens de overlevering in 1310 – weet je nog? Het jaartal van de stichting van de stad – werd gevonden door slootgravers en steeds op wonderbaarlijke wijze terugkeerde wanneer het weer verloren was geraakt. Dit soort wonderlegendes van terugkerende Mariabeelden zijn in grote delen van Europa te vinden. Anders dan tegenwoordig – waar we iets geloofwaardig vinden als het bewijsbaar is – vonden veel middeleeuwers iets of iemand pas echt geloofwaardig als er sprake was van een wonder. Want dat was bijzonder, en dus belangrijk. In elk geval trok een wonder de aandacht. Want de pastoor kon duidelijk maken dat Maria op déze plek vereerd wilde worden.
Ook Kasteel IJsselstein moet aan de veranderingen geloven. Het raakt steeds verder in verval. In 1888 wordt het kasteel – op een toren na – gesloopt. Begin 1900 krijgen de huizen stromend water en elektriciteit en ontstaat de eerste sociale woningbouw. Ondertussen vervalt de molen tot een ruïne, die in 1918 wordt ontmanteld.